mother Margrietke testified for a legal action by Johan Strick

Date: 
February 26, 1658

mother Margrietke (Grietgen) Jacobs van den Berch testified for an insinuatie by Johan Strick, official of the magistrate's court.

Jan Strick complained that Grietgen was spreading the rumor that he had gotten a serving maid at the Vlies pregnant. Strick demanded to know where Grietgen had heard that. She said that she heard it from Moer Jans. Moer Jans said that she heard it from her husband Willem Jansz Croonenburch, who worked at the Doelen (doelknecht), where Jan Strick had been appointed manager the previous December. Willem Jansz denied everything and challenged anyone to produce a witness.

People mentioned:

Johannes Ranck, attestant
Benjamin Mager, gerechtsbode (stadsbode) up to 1658, deurwaarder by 1660, attestant

Johan Strick, kamerbewaarder van schepenenkamer Delft, requirant

Grietgen van den Berch, Jacob Molijn

Moer Jans, Willem Jansz Croonenburch

Document: 

ONA Delft inv. 2115A, fol. 31

Wij ondergeschr. Johannes Ranck en Benjamin Mager verclaeren ende attesteeren ten versoucke van Johan Strick Camerbewaarder van Schepencamer binnen deser stadt Delft waarachtich te weesen hoe dat wij sijn geweest ten huijse van Grietgen (Molijn) van den Bergch wede van Jacob Molijn, mede alhier, ende deselve gevraecht wie haer soude hebben geseijt dat de meijt int Vlies swanger soude gaen met desvoors. Strick reqt., in desen gaff tot antwoort (naer eenige redenen van weijgering) moer Jans Willem Jansz vrou die hier mede woont heeft het tegen mij geseijt, maer ick wilder geen moeten van hebben, want men heeft vrinden en vianden, wijders niet getuijgende, presenteren desnoot ende nader versocht sijnde 't selve met eed te willen bevestigen, en oorconden deser geteeckent op de XXVIe febrij XCIc achtenvijftig sijnde den dach dat wij de voors. reedenen hebben gevraagt en het antwoort ontfangen.

Johannes Ranck

Op den XXVIe febrij anno voors. hebben wij Johannis Ranck en Benjamin Mager voors. ons vervoucht aen voors. Moer Jans de huijsvrou van Willem Jansz Croonenburch (doelknecht) en naer de voors. atestatie affgevraecht, gaff tot antwoorrt Grietgen Moolijn die lieght het dat ick de redenen voors. genomt tegen haer soude hebben geseijt, Laetse mijn daer eens getuijgen bij brengen.
T'oirconde geteeckent actum als boven

Johannes Ranck

Sources