Testified to marriage conditions with Cornelia Swalmius
Testified to marriage conditions with Cornelia Swalmius. Roelandus Van Edenburgh notary
Not. R. van Edenburgh, Delft 8-1-1671
Op huijden den VIII Januarij XVIC een ende tseventich compareerde voor mij Roelandis van Edenburgh Nots. publ. bij de Ed. Hove van Hollant geadmitteert, binnen der stadt Delft residerende, ter presentie van de ondergenoemde getuijgen Sr Anthonij Leeuwnhoeck ende Juffr. Cornelia Swalmius, beijde mij Notario bekent, de welcke mij Notario te presentie als vooren ter hande stelde dit jegenwordig toegenaeijde en beslooten papier opgedruckt hebbende mijn nots. ordinairis signature, int welcke sij comparanten verclaerden dat geschrven en uitgedruckt was haaluijder contract antenuptiael en voorsproocken huijwelicxe voorwaerde voor banden van huijwelijck gemaect 't geen sij comparanten wederseijt seijde onderteijckent t'hebben, begerende dat 't selve in alle sijn poincten sal werden naergecomen ende achtervolght onder verbant aldaar meden gespecificeert, alwaert dat eenige gerquireerde solemniteiten daerinne geomniteert mochte sijn ende begerende sij comparanten dat desen onder mij Notaris als een minute sal berusten omme in tijt en wijle en wanneer sulcx vereijsen sal, geopent en daer van copie gelevert te worden aen den soodanigen die sij aen bewijsen daer toe gerechticht te sijn off aen parthijen contraheert indien de hare waer van ider een met gelijck opschrijf en beslooten ongesegelt als dese is hebben (uijtgesondert de laes periode) moch.
Alles sonder fraude. Aldus gedaen ter woonhuisen van haer selves comparant ter presentie van P. van der Meer en Johannes Werk, beijde (.....) als getuijgen van geloov en competents ouderdom beneffens mij Notaris hier toe vesocht ten daege, voors.
Antonij Leeuwenhoeck
Cornelia Swalmius
P. v. Meer
J.H.Werk
R.Edenburgh Nots.
Huweljksvoorwaarden
In den name des Heeren Amen. Wij Antonij Leeuwenhoeck en Cornelia Swalmius meerderjarige dr verclaeren dat wij toecomende echtgenoten voor alle banden van huweljck te samen hebben gemaeckt en besloten, dese naevolgende voorwaerden:
dat den Bruijdegom tot onderstant van het huwelijck sal inbrengen alle het gene hij staende huwelijck soo door sijn offitie, adminstratie offf naersticheijt sal comen te proffiteren,
en dat voorts soo de Bruijdegom als de bruijt sullen toebrengen de vrucht oft incomen van de goederen die sij allerbijts mochten hebben ofte staende huwelijck noch door erfenis mochten mochten becomen
en dat wijder tusschen de bruijt en bruijdegom geen gemeenschap van goederen sal zijn, maer een ijder bij de sijne blijven, volgens den staet die een ijder na het aengaen van het huwelijck, en naer gedane bruijloffe kosten met sijn onderteijkening sal overgeven, ofte verder in tijden en wijsen sal comen bewijsen, dat aan een van haer gedurende het huwelijck sal aenbestorven sijn,
dat oock daer in boven, na het afsterven van de een off den ander aen een ijder sijde sullen blijve, de klederen soo wolle als lijnwaet, juwelen en cleijnodien, die soo veel tot de overledens als de Levendens Lijve off rugge sullen behoren en wijders dat ingevalle ick toecomende Bruijt voor mijn toecomende Bruijdegom quame aflijvigh te werden, deselvs Bruijdegom uijt mijn goederen sal genieten, boven de helfte van de winsten en veroveringe staende huwelijck gevallen de somme van een duijsent gulden, doch ingevalle ick toecomende Bruijdegom voor mijn toecomende Bruijt quam aflijvigh te werden, dat alsdan deselve Bruijt uijt mijn goederen sal genieten insgelijckx boven de helft van de winste en veroveringh staende huwelijck gevallen ter somme van twee duijsent gul. doch ingevalle hetgeen godt verhoeden wil, datter in plaets van winst off verbeteringh, schade ofte verminderingh en lasten staende huwelijck quamen te vallen, dat in sulcken gevallen, de ruijt sal vermogen haer ingebrachte goederen volgens den voorn. staet en inventaris na haer te nemen, sonder in eenich verlies ofte lasten gehouden te sijn,
op all welcke conditien wij toecomende echteluijden 't voors. huwelijck na behoren sullen voltrecken, belovende elck den anderen desselvs te onderhouden en naer te comen onder verbant van ons personen en goederen.
Actum Delft den VIIIe Januarij XVIC een en seventich
Antonij Leeuwenhoeck
Cornelia Swalmius
ONA Delft inv. 2244, fol. 36