Borrowed 600 gulden from his mother

Date: 
January 11, 1656

Leeuwenhoek borrowed 600 gulden at 5% interest from his mother's inheritance from her aunt Aeltge Bastiaans van den Berch.

The document is asking the estate's executor, Joh. van den Berch, a wool merchant in Rotterdam, to authorize the loan.

Leeuwenhoek actually got the money on October 1, 1655, but did not have to make an interest payment until a year later, October 1656.

Why did he borrow money?

Leeuwenhoek had house payments to make and perhaps his draper's shop was not generating sufficient income. Also, he was beginning to have children, so his expenses were increasing.

Document: 

ONA inv 2001 1656-01-11, Frans Boogert, notary

Grietge Jacobsdr. lest wed. van zal. Jacob de Molijn heeft het vruchtgebruik uit zekere erfportie haar toebedeeld uit de nalatenschap van Aeltge Bastiaans van den Berch haar mene.

Zij verzoekt de door den executeur van het testament Joh. van den Berch (wollekooper te Rotterdam) losgemaakt 600 gl. te leenen aan haar zoon Anthonij Leeuwenhoek op 5% Intrest. Als zijnde sij comparante met haar voorn. soon volcomentlic tevreden.

Het 1e jaar interest zal om zijn op 1 October 1656 (dus heeft hij het geld reeds 1 Oct. 1655 genoten).

Grietgen Jacobs
Anthoni Leeuwenhoeck
Cornelis Stric, Clerck van den Notaris