Waarneemingen op den Cocos-boom. Het Stroo, het Riet, enz. hebben maar opgaande vaten. Doch al ons inlandsch Hout-gewas, voor zoo veel 't den schryver bekent is, heeft ook horizontale vaten. Waar toe de laatste dienen? Alle jaren groeyt 'er een nieuwe bastje aan de Boomen. Die horizontale vaten geeven ook de styfte aan de Boomen. Het Riet, het Stroo, enz. met leden voorzien, in plaats van horizontale vaten. De Cocos-boom heeft ook leden, gelyk ook eenige andere Indiaansche Boomen.
De Bambodiaassche Piek boom heeft geene horizontale vaten. Waarneemingen omtrent het hout van een Cocos-boom. Vaten in de hairachtige deelen van de Schorsse. Tusschen die deelen leggen weer endere deelen die ook hunne vaten hebben. Harde bast die de hairachtige deelen bekleedt. Die bast word beschreven. De Cocos boom geniet zyn aanwassinge uyt de zoogenaamde schorse. Rondachtige bolletjes uyt de schorsse binnewaart gaande; waarschynlk om de opgevoerde sappen uyt de bast binnewaart te voeren.
In den stam van den Cocos-boom is geene holligheyt, gelyk de Schryver voor dezen geoordeelt had. Groote nuttigheyt die de Cocos-boom het menschelyke geslagte verschaft. Hoe schuyns dat de leden om de Boomen loopen, die geene horizontale waten hebben. Die schuynsheyt geeft grooter styfte aan den Cocos-boom. Weynige takken aan den zelven Boom. Verscheyde opgaande vaten in den Cocos-boom aangewezen. Kleynder en grooter vaten, die 't zamen een draadachtig deel uytmaaken. De grootachtige vaten zyn met vliesjes omvangen. Doch die vliesjes leggen niet op order. De draatachtige deelen, naast de bast leggende, zyn dunder dan die binnewaarts leggen. De draatjens bestaan weder uyt draatjes, die hunne holligheden hebben. De blaasachtige deeltjes doorsneden.
Hout van een Kurassouwschen Cocos-boom onderzocht en beschreven. Ongemeene hardigheyt van 't zelve hout aan de buitenste kant. Het zelve tusschen de bast en 't hout ook bezet met hairachtige deelen.
De Cocos-boomen schynen hunne dikte te bekommen uyt de basten, recht anders als in onze boomen geschiedt. Dit laatste hout ook doorsneden, en voor het Vergroot-glas geplaatst. De blaasachtige deeltjes in hunne lengte doorsneden, en op de selfde wyze bezigtigt. De groote Ader, ofte 't groote vat, van den Cocos-boom bestaat ook uyt kringsgewyze deeltjes: en vervolgens uyt lange omwentelende deelen. Die omwentelingen der gemelde vaten worder nagespeurt en aangwezen. Uytlegging van die omswentelinge. Het zelve bevonden in een der grootste vaten van het Stroo. Hoe dienstig de omwenteling is om se sappen, die in de vaten zyn, opwaart te voeren.
Waarnnemingen omtrent een Cocos noot. Lange draatachtige delen in de schorsse van de Cocos-noot nagezocht. Die draatachtige deelen mogen beter vaten genoemt worden. Een gedeelte van de schors van de Cocos-noot vertoond. Geene andere draatachtige deelen in de bast van de Cocos-noot, als de geenen waar uyt de noot, en de bast zelf, gevoedt worden.
Het opperste vliesje of huydje van de bast van een Cocos-noot afgetekent. De Cocos-noot geniet haar voedzel en Wasdom uyt de vaten die men draaden noemt. Oogswyze deelen in de Noot. Hoe het plantje in den Cocos-noot gevoedt word. De Cocos-noot opent haare bast niet ten tyde van haaren wasdom: ander als het met veele andere zaaden gaat. De binnenste deelen van de gemelde schorsse vertoont. Omwentelende deeltjes in de binnenvaatjes van dezelve schorsse. Het binnenvlies van de bast met ontelbaare vaatjes bezet. Deze vlies voor het Vergroot-glas gebragt. Onuytsprekelyke menigte van kleyne deeltjes, welker gebruyk onbekent is. Een gedeelte van een Cocos-noot vertoont, enz.
Wederom getoont dat de zoogenoemde hairachtige deeltjes niet anders zyn als vaten. Maakzel van die vaatjes. Het sap van de Cocos-noot is zeer voedzaam. Waarnemingen omtrent het zelve gedaan. Menigvuldige vaatjens in de pit van een Cocos-noot. Kleynte van die vaagtjens. Dezelve Pit bestaat uyt pypjens, dewelke beschreven worden. Oly in die pypies besloten.
Het deel, dat de Schryver voor de plant aangezien had, word vertoont. Het zelve in schyfjens gesneden, in dewelke, als ze gedroogt waren, zich een gaatje vertoonde. Word bevonden dat het deel, 't welk voor de plant aangezien was, de plant niet en was; maar alleenlyk een omwindzel van de plant. Verscheyde deelen in de Cocos-noot afgetekent, en den leezer vertoond. De planten, in de lengte doorsneden, vertoonden zich in verscheyde figuuren. In eene plant, die net in 't midden doorsneden was, wierd getoont het geen de Wortel, de Boom, en de Bladen zal uytmaken. De plant, niet in 't midden van de Cocos leggende, was een teken dat ze al aan 't groiyen was geweest. Beschryving van de plant, in de Cocos-noot opgesloten, en aanwyzing van haare deelen.
Cocos-noot is ook een zaad van een Boom; zoo wel als een Amadel, Perzik, Pruym, enz. Doch de harde basten van de laatste hebben naaden om zich ten tyde van Wasdom uyt te zetten: de Cocos-noot niet: en dus moet de wasdom in de Cocos-noot op een andere maniere geschieden. Voordeelen die de Cocos-boom, gelyk ook de Dadel boom, aan 't menschelyk geslagt toebrengt. De witachtige stoffe, die van binnen tegen de bast van de Cocos-noot leyt, afgetekend.
|
Observations on the coconut tree. The straw, the reed, etc. have only ascending vessels. All of our inland wood growth, so much as it is known to the writer, also has horizontal vessels. For what purpose? Every year a new little bark grows on trees. The horizontal vessels also give the stiffness to the trees. The reed, the straw, etc., provided with joints instead of horizontal vessels. The coconut tree also has joints, as do several other Indian trees.
The Bambodian Peak tree has no horizontal vessels. Observations concerning the wood of a coconut tree. Vessels in the hairy parts of the rind. Between these parts again lie other parts that also have vessels. Hard bark that covered the hairy parts. The bark is described. The coconut tree receives its growth from the so-called rind. Round globules from the rind going inwards; probably in order to transport the rising sap from the bark inwards.
In the trunk of the coconut tree is no hollow part, as the writer had expressed before this. Great usefulness of the coconut tree provides for the human race. How obliquely the limbs on trees run that have no horizontal vessels. The obliqueness gives greater stiffness to the coconut tree. Few branches on the same tree. Various ascending vessels indicated in the coconut tree. Smaller and larger vessels, that are together made out of thread-like parts. The large vessels are enclosed in sheaths. The little sheaths do not lie in order. The thread-like parts, lying next to the bark, are thinner that those lying inwards. The little threads are in turn composed of even smaller threads, that are hollow. The bladder-like parts cut through.
Wood from a Curaçaoan coconut tree examined and described. Extraordinary hardness of the same wood on the outer side. The same between the bark and the wood also has hair-like parts.
The coconut trees appear to get their thickness from the barks, quite different from what happens in our trees. This last wood also cut through and placed before the magnifying glass. The bladderlike parts cut through lengthwise, and inspected in the same way. The large vessel of the coconut tree is also composed of ring-like parts: and long spiraling parts continue on from there. The spirals in the mentioned vessels were investigated and indicated. Explanation of the spiraling. The same found in the largest vessels of the straw. How useful the spiraling is in order for the saps, that are in the vessels, to be transported upward.
Observations concerning a coconut. Long thread-like parts in the rind of the coconut followed up. The thread-like parts may better be called vessels. A section of the rind of the coconut shown. No other thread-like parts are nourished in the bark of the coconut, as are none from the nut and the bark itself.
The outermost little sheath or skin of the bark of a coconut depicted. The coconut gets its nourishment and full development from the vessels that are called threads. Eye-like parts in the nut. How the little plant in the coconut is nourished. The coconut opens its bark not at the time of its full development: different from how it is with many other seeds. The innermost parts of the mentioned rind shown. Spiraling parts in the inner vessels of the same rind. The inner sheath of the bark has countless little vessels. This sheath brought before the magnifying glass. An inexpressible multitude of small parts, whose use is unknown. A section of a coconut shown, etc.
Again shown that the so-called hair-like parts are nothing other than vessels. Shape of the little vessels. The sap of the coconut is very nutritious. Observations made concerning the same. Abundant little vessels in the pit of a coconut. Smallness of the little vessels. The same pit is made of little pipes, which are described. Oil enclosed in the pipes.
The part, that the writer had witnessed in front of the plant, is shown. The same cut into slices, in which, as they dried, a little gap showed itself. It was found that the part, which was witnessed in front of the plant, was not part of the plant; but was by itself wound around the plant. Various parts of the coconut depicted, and shown to the reader. The plants, cut lengthwise, shown in various figures. In a plant, that was neatly cut in the middle, no root, tree, and leaf could be distinguished. The plant, not lying in the middle of the coconuts, was a sign that they were already grown. Description of the plant, closed up in the coconut, and indication of its parts.
The coconut is also a seed of a tree; just as an almond, peach, plum, etc. The hard barks of the last have seams in order to expand when fully grown: the coconuts do not: and thus must the full growth of the coconuts happen in another manner. The benefits that the coconut tree, as also the date tree, bring to the human race. The whitish material depicted that lies inside against the bark of the coconut.
|